Als afsluiting van mijn opleiding tot bouwkundige (HTS-Zwolle) heb ik mij verdiept in de geluidisolerende en geluidabsorberende eigenschappen van een prefab-systeem voor semi-permanente schoolgebouwen. Met de kennis die ik daarmee heb opgedaan rolde ik in mijn eerste baan als geluiddeskundige bij de Inspectie Milieuhygiëne in Zuid-Holland. Daar verbreedde mijn werkveld zich geleidelijk tot de relatie tussen ruimtelijke ordening en milieu. Ik begon met een parttime studie milieukunde (WO, beleidsgerichte specialisatie van de Open universiteit) en stapte over naar de afdeling Milieubeheer van de Rijksplanologische Dienst. Via het Directoraat Generaal Milieubeheer belandde ik in 1993 bij het Ingenieursbureau van Gemeentewerken Rotterdam. Daar kwam ik in aanraking met milieu-effectrapportage. In die tijd heb ik als projectleider en adviseur gewerkt aan milieueffectrapporten voor woningbouwlocaties (Vinex), havenprojecten (Maasvlakte 2) en gebiedsontwikkelingen zoals Rotterdam Centraal e.o..
Ook heb ik als medewerker van Gemeentewerken Rotterdam gewerkt aan het MER voor de Westerschelde Container Terminal en heb ik met het stedenbouwkundig bureau BVR samengewerkt aan gebiedsontwikkelingsvisies voor de gemeenten Haarlemmermeer en Zwolle. De studie aan de Ou heb ik in 1999 afgerond met een onderzoek naar de kosten en baten van duurzame energie-infrastructuur. Voor niets gaat de zon op, was de titel van mijn afstudeerscriptie.
Sinds 1 januari 2005 ben ik werkzaam als zelfstandig adviseur. In eerste instantie heb ik zelf milieu-effectrapporten opgesteld, maar later werd ik ook steeds vaker ingehuurd als ‘deskundig opdrachtgever’ en stuurde ik in die hoedanigheid andere bureaus aan bij het opstellen van hun rapportages. Zie onder het tabblad Projecten een selectie van de projecten waar ik de afgelopen jaren aan heb gewerkt.
Voortbordurend op de afstudeerscriptie uit 1999 ben ik in 2013 begonnen aan een onderzoek bij de TU-Delft. Het onderzoek richtte zich op de financiering van duurzaamheidsmaatregelen in gebiedsontwikkeling, rekening houdend met de kosten en baten van die maatregelen en rekening houdend met de verschillende belanghebbenden (investeerders, freeriders en andere actoren). Het onderzoek heeft o.a. geresulteerd in een samenvattend artikel in ROmagazine. Zie het tabblad Publicaties, waar het artikel te downloaden is.
Sinds medio 2016 ben ik weer full time actief als adviseur milieu, ruimte en infrastructuur. Naast milieueffectrapportage is de energietransitie een thema waarop ik mij richt. Een mooie opdracht in dat verband betrof een groot zonnepark in Vlissingen (43 ha). Hiervoor heb ik de ruimtelijke onderbouwing geschreven. Ook heb ik de Wabo- en watervergunningen voorbereid en aangevraagd namens de opdrachtgever. Ook ben ik als adviseur betrokken bij de energiecoöperatie Heerde Energiek. De eerste vier collectieve zonnedaken zijn in 2019 en 2020 in gebruik genomen en momenteel volg ik de ontwikkelingen rond de Regionale Energiestrategie (RES) van de CleanTechRegio, waarvan Heerde deel uitmaakt.
Ten slotte, we staan aan de vooravond van een andere grote transitie, namelijk de transitie van de sectorale wetgeving naar de integrale wetgeving. De Omgevingswet zal op 1 juli 2022 (mogelijk later) in werking treden. Sinds 2018 hou ik me actief bezig met de implementatie van de wet, o.a. voor de gemeente Doetinchem. Wat betekent de wet voor het huidige milieubeleid van de gemeente, hoe om te gaan met de bestuurlijke afwegingsruimte die de wet biedt, wat zijn de voordelen van de zogenaamde bruidsschat die we van het rijk meekrijgen en wat komt er wel en niet in de omgevingsvisie en het omgevingsplan? Voor de gemeente Rotterdam en de provincie Overijssel werk ik aan Omgevingseffectrapporten. Het OER als een verbreed MER.